Spraakopdrachten
U kunt bellen en telefoonfuncties uitvoeren door spraakopdrachten uit
te spreken. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het
instellen van de taal, zie
Taal spraakweergave
in Telefoon op pagina 74.
U kunt als volgt de telefoonfuncties selecteren die u met een
spraakopdracht wilt activeren: selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Snelkoppelingen
>
Spraakopdrachten
en selecteer een map. Blader naar
een functie.
geeft aan dat het spraaklabel is geactiveerd. Als u het
spraaklabel wilt activeren, selecteert u
Toevgn
. Als u de geactiveerde
spraakopdracht wilt beluisteren, selecteert u
Afspelen
. Zie Uitgebreide
spraakgestuurde nummerkeuze op pagina 25 voor informatie over het
gebruik van spraakopdrachten.
U kunt de spraakopdrachten beheren door naar een telefoonfunctie te
bladeren en een van de volgende opties te selecteren:
Bewerken
of
Verwijderen
— om de spraakopdracht van de geselecteerde
functie te wijzigen of uit te schakelen.
Alles toevoegen
of
Alles verwijderen
— om de spraakopdrachten voor
alle functies in de lijst met spraakopdrachten in of uit te schakelen.